Hoe zwaar is muziek, wat weegt een lied
“Rugbrekend” zegt de vuilnisman
sjouwend met een krat LP’s
“oude muziek is niet mijn pakkie an”
Als een steen op mijn maag,”
stamelt bevend de pianist
“Ik doe vandaag auditie
met een stuk van Liszt.”
Hoe zwaar is muziek, wat weegt een lied,
“Ik denk niet veel,” zegt de concertbezoeker
“want als ze het goed vertolken
ben ik nog dagen in de wolken“.
november 2013
❖❖❖❖❖
de kamer met uitzicht zonder uitzicht
het meisje bengelt niet, zit recht
in de door de meid gesteven jurk
aan de wanden weerkaatsen
bergen in het water en de spiegel
de visser vist voor eeuwig
de zwaan staart onbewogen
een bootje vaart voorgoed de verte in
wat zou ze graag
in het water spelen, vlinders vangen,
schaterlachen,
stoeien met wat vriendjes en de geit
boven haar hoofd bespreekt men
de schoonheid van het behang
hoe meesterlijk dit uitzicht
vanaf de straat tikken
kinderstemmen tegen het raam
in de kamer met het landschap
zijn de gordijnen dicht
tegen het bleken door de zon
het meisje buigt haar schouders licht
geschreven ter gelegenheid van
Monumentendag 2013 bij een kamer in
Huize De Dieu in Alkmaar
❖❖❖❖❖
Ik groet ‘s morgens de spiegel
Dag rimpels en vouwen
en haar in de knoop,
wanhoop.
Dag dikke ogen,
schoonheid vervlogen.
Dag damp op de spiegel
die leeftijd laat liegen,
dag damp op de spiegel,
achteruitkijkspiegel.
mei 2013
❖❖❖❖❖
Kaasmarkt
Jong, verlegen
tussen gouden kazen
stonden onze zonen
te wagen op het plein.
We keken met toeristenogen
naar wat onze stad zou zijn.
Stad en kaasmarkt werden eigen,
de toeristen vreemd vertrouwd.
Zingt rondom het carillon
dan weet ik dat ik blijf
tot ik belegen word en oud.
❖❖❖❖❖
Nieuwjaarswens
Als er dit jaar nu eens
geen doden vallen,
althans geen doden die ik ken,
althans geen doden die ik liefheb,
dat ik volgend jaar het jaar bezing
waarin geen gaten vielen in mijn kring,
konden we dat elkaar beloven,
dat niet jij, of jij, of jij,
of ik...
januari 2013
Als Aanhoudende Nieuwjaarswens gepubliceerd als Gedicht van de maand februari 2015
❖❖❖❖❖
Muziek
als galopperende paarden,
met bloedbonkende
donderslagen en lichtflitsen;
als ruisende branding,
met huppelende kinderen,
en roepende meeuwen;
als brede linten,
meerstemmig golvend
op een zachte bries.
Maar vanavond als
een piano uit een open raam,
een verre merel,
een vleugje opwaaiend gordijn
en junigeur van rozen.
t.g.v. Nationale Gedichtendag 2013,
thema Muziek
❖❖❖❖❖
Foto
Ze tilt met sterke armen
het kind hoog in de lucht,
het witte jasje vangt het licht
in dit grijsgetint verleden.
Waar is mijn weten over dit
verstild moment.
Nog eens
het veilig zweven voelen,
de streling van de wind,
haar lach.
Sporen van zoveel niet weten
zijn in mij geëtst,
pijlers van mijn wezen.
November 2012
❖❖❖❖❖
Harddraverslaan
Stammen, getekend door de tijd,
takken reiken naar elkaar,
een troostend bladerdak.
Twee mensen op een bank
bespreken in het groenig licht
met zachte stem een hard bericht.
Besprenkeld door de zon
wandelt een moeder
in woordeloos gesprek
met haar slapend kind.
Een man belt met gesloten ogen,
luistert intens en hoort
de lijster niet.
Taal en teken
opgeslagen in het blad,
al meer dan honderd jaar.
Op vier mei hoor je, even maar,
achter het vogelfluiten
de verloren woorden ruisen.
Alkmaar juli 2012, voor monumentendag
2012
❖❖❖❖❖
Geachte Zon,
Voor mijn dagen zijn versleten
en ik vergeet hoe laat het is,
heb ik een klein verzoek:
meer tijd.
Vroeger in de klas
duurde een kwartier soms uren,
en een jaar een
eeuwigheid.
Maar in de loop der jaren
trok u sterker aan de aarde,
waardoor mijn dag zo kort,
elk jaar maar een paar maanden
duurt.
Kunt u terug naar ooit
en elke dag wat langer maken
en ook het aantal dagen van het jaar,
mag dat weer als
vanouds?
Ik beloof dat ik de extra tijd
nuttig zal besteden
door alleen maar te genieten,
bijvoorbeeld door in u te liggen
in het gras.
In haast,
uw toegenegen aardbewoner